Spring naar content

Wat doen wij na het talenwonder?

Publicatiedatum: 27 mei 2021

Het wonder dat op het Pinksterfeest de apostelen de talen spraken van alle delen van het Romeinse rijk, betekende niet dat christenen voortaan achterover konden leunen. De Heilige Geest bevestigde de opdracht van Jezus om het evangelie aan alle volken uit te dragen, maar dat vraagt vervolgens van ons ook iets om het daadwerkelijk bij hen te brengen.

De apostelen en de andere gelovigen bleken na het Pinksterfeest geen blijvende kennis van alle talen en culturen te hebben die ervoor zorgde dat anderen hen steeds weer vanzelfsprekend begrepen. In Handelingen 6 lezen we al dat de Griekssprekende weduwen in de gemeente onvoldoende aandacht kregen. Alle migranten in Jeruzalem spraken vast ook wel wat Aramees en omgekeerd spraken de apostelen of tenminste een deel van hen ook Grieks. Toch bedreigden de verschillen in taal en cultuur de voortgang van het evangelie. We lezen hoe de apostelen adequaat handelen en leiders naast hen aanstellen vanuit de andere etnische achtergrond. Dat had meteen grote missionaire impact. In Handelingen 14 lezen we hoe de mensen in hun streektaal een eigen interpretatie van het evangelie maken en dat Paulus en Barnabas hen er nauwelijks van kunnen weerhouden om dieren voor hen te offeren. Goede kennis van taal en cultuur is belangrijk.

Paulus sprak waarschijnlijk vloeiend Aramees, Grieks en Latijn en omdat het Grieks als lingua franca in grote delen van het Romeinse rijk gesproken werd, kon het evangelie zich snel verspreiden. Er ontstonden al in de tweede eeuw vertalingen van de Bijbel in het Latijn en het Syrisch, een dialect van het Aramees, en later in het Koptisch en Aramees. Opvallend is echter dat de Bijbel waarschijnlijk pas in de negende eeuw in het Arabisch werd vertaald. Hemelsbreed dichtbij Jeruzalem en etnisch verwant aan de Joden, lijken de Arabische stammen die verder van de cultuurcentra leefden en geen Syrisch of Grieks beheersten, eeuwenlang geen aandacht te krijgen. Het is de vraag of de islam ooit zou zijn ontstaan als de Bijbel eerder vertaald en verspreid zou zijn in het Arabisch.

Voor vandaag is het goed om te beseffen dat je buren of collega’s kunt hebben die mede door deze nalatigheid van de kerk eeuwen terug, nog steeds geen Bijbel hebben gelezen. Mohammed heeft zijn eigen boodschap in de plaats gesteld van een Bijbel die hij nooit gelezen had. Tragisch genoeg heeft die keuze zich de eeuwen door herhaald bij generaties moslims, ondanks dat de Bijbel intussen vertaald is in de talen van vrijwel alle moslims op aarde. Wat doen wij om moslims die we misschien wel dagelijks ontmoeten uit te dagen de Bijbel te leren kennen? Ik ben blij dat er nog steeds gemeenteleden voor lange termijn worden uitgezonden naar de wereld van de islam. Er zijn immers nog grote delen waar nauwelijks een kerk is en moslims niemand ontmoeten die hen de Bijbel kan leren lezen. Maar ik hoop ook dat kerken denken aan de grote aantallen moslims vlakbij hen in ons eigen land die nog nooit de Bijbel hebben geopend. Vier van onze medewerkers werkten jarenlang in de moslimwereld. Nu zetten ze met wat ze geleerd hebben, hier in ons land hun werk voort. Met de hulp van de Heilige Geest en ik hoop ook samen met u en uw gemeente.

Cees Rentier
directeur

Cees-Rentier-2021-5
Scroll naar boven