Roudin: Gevuld met de liefde van Jezus
Roudin groeide op in Aleppo in een Koerdisch gezin. Toen zijn moeder op wonderbaarlijke manier genezen werd, kwam hij tot geloof in Jezus. Hij ervoer in de loop van zijn leven veel onderdrukking: eerst omdat hij Koerd was, later omdat hij christen was. Toch getuigt hij van Jezus’ liefde die zijn hart vulde en zijn leven veranderde; een liefde die hij nu doorgeeft aan anderen.
Koerd onder de Arabische moslims
Ik ben in 1991 geboren in Aleppo. Ik heb een broer en twee zussen. Mijn ouders waren niet actief moslim, maar islamitische feesten werden wel gevierd. De Koerdische cultuur is vrij en modern, maar we woonden tussen moslims. Mijn moeder moest op sommige plekken een hoofddoek dragen anders kregen we problemen. Er woonden veel Koerdische mensen in Aleppo, maar door de angst moesten ze zich een beetje islamitische gedragen. Veel Arabische mensen hebben een hekel aan Koerden. Volgens de Koran zijn wij een volk van djinn (boze geesten). Ik werd soms door andere kinderen geslagen en gepest. Vooral van mijn Arabische islamitische leraren kreeg ik extra negatieve aandacht. Op de middelbare school was dat hetzelfde. Na de middelbare school studeerde ik aan een beroepsopleiding. In die tijd ben ik tot geloof genomen. Ik ben toen een paar keer gepakt door jongens die mij wilden slaan omdat ik had gezegd dat Mohammed geen goede man was maar een leugenaar, en dat de islam niet het juiste geloof is.

Genezing
Toen mijn moeder een klein kind was, kon ze niet lopen. Ze is met haar moeder, mijn oma, naar de kerk gebracht door haar Armeense buurvrouw. Daar hebben ze voor haar gebeden en haar voeten met olie gezalfd. Daarna kon mijn moeder lopen! Mijn moeder heeft me dit verhaal verteld. Mijn familie had dus al ervaren dat Jezus kan genezen. Toen wij kinderen waren, hielden we van Jezus dankzij onze Armeense buren.
In 2007 had mijn moeder borstkanker. Ze was stervende; haar gezicht was al verkleurd en de familie kwam op bezoek want de arts zei dat we afscheid moesten nemen. In die periode was mijn oom net een paar maanden terug tot geloof gekomen. Hij had gehoord in de kerk dat Jezus nog leeft en wonderen kan doen. Hij vertelde mijn moeder over Jezus en zei: ‘Als je wilt, kunnen we naar de kerk gaan en kunnen ze bidden voor jou. Je weet nooit wat Jezus kan doen.’ Mijn moeder accepteerde dat en ze zijn naar de kerk gegaan. Daar hebben ze voor mijn moeder gebeden. De volgende dag maakte mijn moeder ons wakker! Ze was heel vrolijk. Haar gezicht was weer roze. Ze had ontbijt gemaakt voor ons. Ze zei: ‘Bel je oom, laat hem vandaag komen, ik wil jullie vertellen wat ik in mijn droom heb gezien!’ Wij hebben onze twee ooms gebeld. Mijn moeder vertelde: ‘Ik heb Jezus gezien. Hij kwam bij mij in mooie kleren, Hij heeft zijn hand aan mij gegeven, Hij heeft mij doen opstaan. Hij zei: Ik geef jou een nieuw leven. Je moet over Mij vertellen.’ De vader, broers en zussen van mijn moeder en hun kinderen zijn allemaal tot geloof gekomen.
Antwoord op al mijn vragen
In die tijd was ik eenzaam en had ik mezelf afgesloten van de wereld. Ik zag ineens dat mijn moeder genezen werd en dat Jezus leeft. Maar wie was deze Jezus? Mijn oom en mijn moeder begonnen aan mij over Jezus te vertellen. Ik zag de wonderen in mijn huis. Mijn moeder was heel erg veranderd. Mijn oom gaf mij een Arabische bijbel. Ik las en merkte dat de Bijbel antwoord gaf op de vragen die ik al lange tijd had. Ik had de bijbel geleend van mijn oom. Ik zei tegen hem: ‘Ik hou van Jezus, ik wil graag meer weten over Jezus. Mag ik deze bijbel hebben?’ Hij zei: ‘Nee. Als je een bijbel wilt, moet je hem zelf kopen.’ Samen met mijn oom gingen we naar de enige boekwinkel waar bijbels werden verkocht in Aleppo. Daar kocht ik een bijbel voor de prijs van een dagsalaris. Daarna gingen we samen naar een Arabische kerkdienst die door Armeense christenen werd georganiseerd. Toen ik mijn eerste stap in de kerk deed, vulde iets mij van boven, zoals je een emmer water over iemand uitgiet. Alsof iets werd ingeschonken van boven. Ineens was mijn hart warm en vol met liefde. Ik ging naar binnen en de mensen verwelkomden mij. Ik kon de liefde in hun hart echt zien en voelen.
Ik kocht een bijbel voor de prijs van een dagsalaris.
Met liefde gevuld
Na deze ervaring in de kerk ben ik erg veranderd. Mijn hart is opengegaan en ik ben met liefde gevuld. De liefde van Jezus, niet van mijzelf. Ik kon mensen vergeven en liefhebben. Ik begon de Bijbel te lezen en in de kerk bij de preek werden al mijn vragen beantwoord. Ik heb gezien dat God heel simpel is, heel makkelijk, heel liefdevol. Hij wil gewoon met jou zijn liefde delen. Je bent geen slaaf die Hem dingen moet aanbieden of heel veel dingen moet doen om Hem tevreden te stellen. Ik heb het verschil gemerkt tussen de God van moslims en de echte God, Jezus. God is liefdevol en Hij gaat jou niet straffen omdat jij niet bidt of vast.
Onrein
Mijn vader kwam uit een soennitisch gezin. Als Koerden waren we wat moderner dus we hadden een stukje vrijheid, maar na een tijdje kwam er druk vanuit zijn familie: waarom gaat mijn moeder naar de kerk, waarom hebben we ons geloof veranderd? Er kwamen problemen. Toch ging mijn vader soms mee naar de kerk en na een paar jaar kwam ook hij tot geloof. Zijn familie sprak daarna niet meer met ons, en we mochten niet bij hen op bezoek komen want wij waren onrein, haram, in hun ogen. Na een paar jaar zagen ze dat wij nog steeds van hen hielden en de relatie met hen wilden voortzetten. Daardoor zijn ze veranderd en is er weer contact.
Druk van buitenaf
We woonden in een buurt met moslims dus wanneer wij naar de kerk gingen, keek iedereen streng naar ons. Buren op straat en in de kleine winkeltjes, iedereen weet wie je bent. Ons huis was open voor de mensen van de kerk en mensen kwamen bij ons thuis bidden en zingen. De buren vonden dat apart. Soms was het onveilig; kinderen werden scheldend achter ons aangestuurd. De overheid van Syrië onder Assad wist dat er Koerden naar de kerk gingen en zij kwamen regelmatig controleren. Ze vroegen zich af: waarom gaan die Koerden naar de kerk? Is dat een politieke bijeenkomst of is het voor hun geloof? Ze brachten Koerdische gelovigen voor ondervraging naar het kantoor van de geheime dienst waar we respectloos werden behandeld. Er was volgens de wet vrijheid van geloof, maar de praktijk was anders.
Gevlucht
In 2011 begon de oorlog in Aleppo en begonnen de problemen in Syrië. De strenge moslims vochten tegen de overheid van Assad. We moesten tienmaal vluchten binnen de stad zelf. Ons huis werd gebombardeerd door Assad. De strenge moslims van Isis en Al Nusra die daar vochten waren een bedreiging omdat we christen waren. Omdat we zowel Koerden als christen waren, konden ze met ons dubbele punten verdienen. We zijn uiteindelijk naar Afrin gevlucht. Daar begonnen we een Koerdische dienst met andere gelovigen, en daar zijn mijn moeder en ik ook gedoopt.
We hebben vijf jaar in Afrin gewoond. Mijn vader werd door HTS (een strenge moslimgroep die vocht tegen het regime van Assad) gepakt. Hij is naar de gevangenis gebracht. Twee jaar lang wisten we niet waar hij was. We waren een keer met mijn broer en zussen voor mijn vader aan het bidden en ineens zei ik: ‘Here God, wij willen deze week in ons huis samen met onze vader eten.’ Dat is ook gebeurd. Na drie dagen was er een groot bombardement op de gevangenis waardoor alle deuren open gingen en mijn vader kon weggaan. Hij vluchtte hierna naar Nederland.
Ik moest uit Afrin naar Turkije vluchten. Bij de eerste poging heeft de Turkse grensbewaking op mij geschoten, maar op de volgende dag kon ik erdoor. Tien dagen daarna overleed mijn moeder, die nog in Afrin was, maar ik kon niet meer terug. Mijn vader was al in Nederland maar het proces duurde erg lang en mijn moeder had daardoor niet kunnen overkomen. Ik bleef zes maanden in Turkije en daarna kon ik in 2017 naar Nederland voor hereniging met mijn vader.

In de Nederlandse kerk
Toen ik in het AZC in Den Helder kwam, was het eerste wat ik deed een kerk zoeken. Ik kon de taal niet verstaan en geen enkel woord spreken maar het gaf mij een goed gevoel, het gaf mij rust. Ik hoor thuis in de kerk. In het begin waren mensen voorzichtig: ze zeiden gedag maar bijna niemand praatte met mij. Ik gebruikte Google translate om een beetje te communiceren.
Na zes maanden verhuisde ik naar Heiloo en zocht ik daar een kerk. Ik vond baptistengemeente De Rank. Ik kende de verschillende kerken hier niet, maar de baptisten waren voor mij bekend en dus een veilige keuze. Ik had eerder een andere kerk gevonden. Vanuit de trein zag ik een kruis buiten en ik dacht: wat mooi, een kerk! Ik zocht hen op en zag een mooie tekst op hun website. Ik ging naar de dienst. Mijn broer was op bezoek en ging mee om te vertalen. Toen ontdekten we dat het mormonen waren!
Het eerste wat ik deed, was een kerk zoeken.
In de baptistenkerk werd ik warm verwelkomd. Ik kon nog steeds geen Nederlands spreken, maar de mensen waren heel aardig. Ik kon koffie drinken met de oudere mensen en stap voor stap een mooi gesprek voeren. In Heiloo woonde een man, Wim Ooms, met wie ik samen naar de kerk kon fietsen. Hij vertelde mij over de Nederlandse taal, bracht mij met de auto naar de kerk als het regende en hielp mij met mijn Nederlandse huiswerk. Ik was blij dat iemand uit de kerk mij hielp. Hij woonde dichtbij mij en heeft mij veel uitgelegd over de Nederlandse cultuur.
Daarnaast ga ik naar de Arabische dienst bij de City Light kerk in Alkmaar. Mijn vader hoorde hiervan via vrijwilligers bij een taalcafé. Bij deze dienst kan ik alles volledig begrijpen en beter gesprekken voeren. Het zingen staat ook dichter bij onze cultuur.

Koerdische diensten
Op een dag werd ik naar Oase voor Nieuw-West in Amsterdam uitgenodigd om mijn getuigenis te geven in het Koerdisch. Er komen daar veel Koerdische bezoekers in de Arabische dienst maar sommigen van hen hebben moeite om het Arabisch te volgen. Nu zijn we een maandelijkse dienst begonnen in het Kurmanci (een van de Koerdische dialecten). Deze dienst is tegelijkertijd met de Arabische dienst, maar in een andere zaal; na de dienst komen we dan weer samen voor koffie en een maaltijd. De Koerdische dienst geven we als Koerdische broers en zussen samen vorm: de zang, muziek en de preek. De bezoekers komen uit de hele regio. We hebben een probleem met vervoer want niet iedereen heeft een auto en de meeste bezoekers komen uit het AZC. Nederlandse mensen helpen ons met rijden. Niet alle bezoekers zijn christen; sommigen zijn nog moslim maar ze zijn op zoek. Er komen meerdere mensen tot geloof en laatst is er iemand gedoopt.
Gods liefde delen
Immigranten gaan vaak een verkeerde weg maar als ze tot Jezus komen, veranderen ze. De kerken in Nederland moeten Gods liefde delen. De overheid heeft er alleen maar voordeel van als mensen christen worden. Voor de christenen in de AZC’s vraag ik aandacht; zij krijgen veel problemen met de reacties van moslims. Ze krijgen te maken met bedreiging en agressie en hun kinderen worden gepest. Zij hebben bescherming nodig.
Dit artikel verscheen in ons kwartaalblad Orientatie (nummer 159, mei 2025)
Lees meer artikelen uit Oriëntatie online en/of meld u aan om het blad 4x per jaar gratis thuis te ontvangen.
