Missionaire diakonia
Hoe deden de apostelen dat: aandacht geven aan verschillende culturele groepen in de gemeente en toch de eenheid bewaren? Misschien kunnen wij daar in onze tijd en situatie wat van leren.
In Handelingen 6 lezen we over de aanstelling van de eerste diakenen, althans dat staat er in veel vertalingen boven. En inderdaad, we komen er het Griekse woord ‘diakonia’ tegen, dat dienst betekent. De dagelijkse zorg (diakonia) voor een aantal weduwen is in het geding en daarvoor stellen de apostelen een zevental mannen aan.
Overigens is het woord diakonia niet beperkt tot de materiële zorg voor gemeenteleden, want ook van de twaalf apostelen wordt gezegd dat ze diakenen zijn. Ze ‘bedienen’ namelijk het Woord. Zoals Jezus niet is gekomen om gediend te worden, maar om te dienen, zo is elke vorm van leiderschap in de christelijke gemeente als het goed is dienend leiderschap. Wanneer we ons inzetten voor nieuwe christelijke gemeenschappen voor mensen van moslimachtergrond, zullen we hier heel bewust aan moeten werken. De meesten komen immers uit een cultuur waar men gewend is aan een zeer autoritaire vorm van leiding geven.
Als er geklaagd wordt dat een groep vergeten wordt, gebruiken de apostelen hun gezag niet om de critici de mond te snoeren. In plaats daarvan stellen ze voor dat de gemeente zelf een aantal mannen kiest die aandacht kunnen geven aan deze nood. De protestantse traditie van de vorming van een kerkenraad met voorganger, ouderlingen en diakenen, die gekozen worden door de gemeente en op voet van gelijkheid met elkaar leiding geven, is voor het missionaire werk onder migranten van moslimachtergrond bijzonder waardevol.
Er is nog iets wat aandacht vraagt in dit gedeelte. Het gaat namelijk om de zorg voor een groep met een andere achtergrond, namelijk de Griekssprekenden in de gemeente. Dat waren mensen die uit andere delen van het Romeinse rijk waren gekomen of teruggekeerd naar Jeruzalem en geen of nog maar heel weinig Hebreeuws of Aramees spraken. Waarschijnlijk o.a. door gemengde huwelijken etnisch lang niet allemaal Joden. Vanwege hun taalbeperking en andere culturele gewoonten werd er waarschijnlijk op hen neer gekeken door de anderen en kregen ze minder aandacht in de gemeente.
De apostelen onderkennen het probleem. In plaats van een aparte gemeente te stichten, zoals deze groep ook eigen synagogen had, stellen ze mensen van dezelfde achtergrond aan in de leiding van de gemeente. De zeven mannen moeten vol zijn van de Heilige Geest en van wijsheid, want ze worden niet alleen aangesteld voor wat praktische taken. We zien bij Stefanus en Filippus dat ze in de eerste plaats evangelist zijn. Als het goed is hebben onze predikanten, ouderlingen en diakenen ook als hoofdtaak het uitdragen van het evangelie.
Met het besluit van de apostelen wordt de eenheid bewaard en is er toch erkenning en aandacht voor Griekssprekenden. Daar kunnen we vandaag van leren. Vanwege taalverschillen kunnen we bij missionaire samenkomsten niet alle migrantengroepen tegelijk bedienen en zullen we soms keuzes moeten maken voor de focus op een of enkele taal- of cultuurgroepen naast de Nederlandse. Belangrijk is dan wel dat zij op het podium en in de leiding van zo’n gemeente vertegenwoordigd zijn.
Verschillen gaan niet alleen over taal. Arabische christenen die uit een lange christelijke traditie komen, brengen een heel andere cultuur en geloofservaring mee dan Arabische christenen van moslimachtergrond. Wanneer we met een samenkomst juist ook moslims willen bereiken, zullen we dus ook christenen van moslimachtergrond moeten hebben in de leiding van een samenkomst en bij voorkeur regelmatig ook als degene die preekt.
Cees Rentier
directeur