Spring naar content

Kayhan: Een zoektocht naar Jezus

Publicatiedatum: 28 juni 2024

Kayhan groeide op in een moslimgezin maar ging al snel zijn eigen weg. Op een nacht werd hij voor het eerst stilgezet bij het leven van Jezus. Wie was deze Jezus, en was Hij het werkelijk waard om alles voor op te geven? Kayhan ging op zoek naar de waarheid.

Ben je in een islamitisch gezin opgegroeid?

Ja, we waren Arabische Alawieten. Het is een kleine groepering binnen de islam die Ali volgt. We hadden wel de Koran als basis, maar hadden een eigen cultuur en tradities. We kwamen maandelijks of tweemaandelijks bij elkaar, reciteerden Arabische verzen en aten samen.

Werd je gestimuleerd door je ouders om hieraan mee te doen?

Jawel, maar ik was best opstandig van jongs af aan dus als ik ergens geen zin in had dan deed ik het niet. Ik moest zestien pagina’s met Arabische verzen uit mijn hoofd leren. Als jongen van een jaar of tien, twaalf wilde ik weten wie God was, ik had interesse, maar het was teleurstellend hoe we alleen maar verzen uit ons hoofd moesten leren. Ik wist ook niet wat die verzen betekenden. Halverwege de zestien pagina’s heb ik het erbij gelaten. Ik werd niks wijzer en het gaf niet de voldoening die ik zocht. Ik had altijd een besef dat er een God bestaat, maar hoe Hij zou zijn, daar had ik geen idee van. Voor mijn ouders was het belangrijk dat ik meedeed: dan telde je mee in de sociale kringen. Maar ze wilden ons niet dwingen en ik was al jong zelfstandig.

Je zegt dat je al vroeg zelfstandig was. Hoe zag dat eruit?

Ik bepaalde al vroeg zelf wat ik deed. Ik had van jongs af aan ook mijn eigen manier van leven met God. Als ik ’s avonds bad, had ik een paar Arabische verzen uit mijn hoofd geleerd, maar daarna had ik mijn eigen gebed dat ik zelf had bedacht: bescherm ons tegen het kwade, leid ons op het juiste pad, bescherm mijn vader en moeder… Ik was vroeger best onzeker totdat ik een jaar of zestien was. Toen kreeg ik een vriendin en viel ik wat af, en toen pas kreeg ik aandacht en telde ik mee. Dat veranderde me als persoon. Eerder voelde ik me klein maar nu werd ik een wilde jongen. Ik werd zelfverzekerder en ging steeds vaker uit.

Hoe kwam het dat je interesse kreeg voor het christelijk geloof?

Eigenlijk had ik nooit interesse. Vier jaar lang heb ik op een christelijke middelbare school gezeten maar ik vroeg me nooit af: waar geloven ze in? Ik keek neer op dat geloof; dat was het geloof van de Armenen en de Hollanders. Toen ik negentien jaar was, ging ik heel veel trainen in vechten. Ik dacht dat ik onoverwinnelijk was. Het werd een gewoonte dat ik bij het uitgaan ruzie zocht.

Maar op een nacht tijdens het uitgaan kregen we ruzie met een hele grote groep. Er waren wel twintig tot dertig jongens. Ik had hun leider op de grond gegooid en ze haalden hem van mij af. Ik lag op de grond, en nog steeds tot de dag van vandaag begrijp ik niet wat daar gebeurde. Ik dacht: nu gaan ze mij slaan en schoppen. Ik keek om me heen en het was of er een cirkel om mij heen was getrokken: niemand kwam dichterbij. Al die jongens gingen af op mijn vriend en vernielden zijn auto maar niemand kwam op mij af. Ik snapte het niet. Waarom deed niemand mij wat? Ik ging naar huis, ik wou alleen zijn. Mijn vriend zweerde dat hij wraak zou nemen, maar ik was daar niet mee bezig. Ik vroeg me af wat er was gebeurd.

Mijn vriend ging weg en ik zat achter de computer. YouTube stond op het scherm en onder ‘meest bekeken’ stond daar de film over het leven van Jezus. Op die avond ben ik gaan kijken en vooral deze woorden raakten me: “Heb je vijanden lief, bid voor wie je vervolgen.” Ik wist niet dat zoiets bestond. Na deze film ben ik heel erg stilgezet. Aan het einde van de film zag ik dat Jezus aan het kruis bad: ‘Vader, vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen.’ Hij deed Zelf wat Hij anderen leerde.

Dus midden in een vechtpartij werd jij stilgezet.

Ja, terwijl ik juist de vechtersbaas was in mijn vriendengroep. Niemand had mij het evangelie verkondigd maar het drong tot mij door: als Jezus zo heeft geleefd, dan is het rechtvaardig dat ik in de hel word geworpen. Ik zag hoe puur en echt Hij was. Ik begreep dat als ik mijn leven daarmee vergeleek, dat God zou zeggen: dat voldoet nooit.

Ik zag hoe puur en echt Hij was.

In de film zag ik de vrouw die Jezus’ voeten wast met haar tranen. Jezus zegt tegen haar: ‘Wie veel zonden vergeven zijn, die zal ook veel liefde tonen.’ Ik zag mezelf daarin: ik ben degene die ook veel zonden heeft, maar ook ik kan vergeven worden. Ik ging naar zolder en vernietigde de tweede telefoon die ik had voor al mijn geheime praktijken. Ik heb van niemand afscheid genomen en alle contact verbroken. Ik ging voor de spiegel staan en ik zag mezelf en ook God met heel andere ogen. Alle dingen van vroeger tot aan die dag werden mij in herinnering gebracht, en ik vroeg om vergeving.  

Ik begon na die dag de Koran te lezen maar ontdekte dat het niet hetzelfde was. Ik ging naar de imam om vragen te stellen. Ik nam de teksten van Jezus mee en vroeg bijvoorbeeld: ‘Jezus zegt dat je van je vijanden moet houden, waarom zegt Mohammed dan dat we moeten vechten?’ Ik vond dat juist zo mooi van Jezus. Zijn woorden leken mij meer als de dingen van God. De imam had altijd wel een antwoord maar overtuigde mij niet in mijn hart.

In de film hoorde ik ook: ‘Zoek en je zult vinden, vraag en je krijgt antwoord.’ Op een nacht heb ik God gevraagd: ‘Wilt U mij Zelf de waarheid vertellen, want ik weet het niet meer.’ Als het Ali is, zal ik hem tot mijn laatste adem volgen. Als het Mohammed is, zal ik alles doen wat een goede moslim doet en meer. Maar als het Jezus is… Hij zegt: ‘als de wereld u haat, weet dan dat ze Mij eerder dan u hebben gehaat.’ Zelfs als iedereen mij zal haten, dan zal ik hem volgen. Maar ik wil het graag zeker weten.’ In vertrouwen ging ik slapen.

Ineens stond ik voor een troon. Ik was zo vermoeid en beladen met mijn zonden. Maar hoe meer ik naar boven keek, hoe meer ik iets prachtigs zag. Ik zag het gezicht van Jezus. Ik dacht: Hij is het dus die op de troon zit van zijn voorvader David. Hoe ik daaraan kwam, weet ik niet. Daarna ging ik onderzoeken en ontdekte ik dat uit de lijn van Abraham, Isaac, Jakob, en David, Jezus kwam. Daar had ik bewondering voor. Mohammed komt in die hele lijn niet voor, maar als hij komt, zegt hij dat alles wat daarvoor is gebeurd niet waar is! Ik begreep dat dat niet klopte.

Toch maak je zo’n keuze niet zo snel. Na de droom ging ik enthousiast naar de imam. Maar zijn toon veranderde, hij zei: ‘Pas op, je was op de goede weg, maar nu is de duivel heel dichtbij jou. Als je de islam de rug toekeert, is dat de grootste zonde die je kunt begaan.’ Ik begon weer te twijfelen: zou de duivel mij misleiden?

Ik praatte veel met mensen, ik bad veel, maar ik kreeg geen antwoord. Ik werd radeloos. De enige plek waar ik rust vond was bij de begraafplaats. Daar ging ik elke dag zitten op een vaste plek bij het water. Ik zag de grafstenen en dan zei ik tegen God: voordat ik daar onder de grond lig, wil ik U gevonden hebben.

Een paar maanden later was ik aan het werk. Tijdens mijn pauze zag ik de mensen langslopen en dacht: ‘Iedereen doet maar wat goed is in eigen ogen.’ Toen bad ik: ‘Wilt U mij met mijn voeten naar U toe leiden?’ Ik voelde zo’n Aanwezigheid daar op dat moment, dat kan ik niet beschrijven. Ik moest door het centrum lopen en daar kwam ik een man tegen met boekjes op een kraampje. Ik vertelde hem kort mijn verhaal. Het mooiste van deze man vond ik dat hij mij niet met theorieën ging overtuigen. Hij zei: ‘als je God zoekt dan moet je niet bij mensen zijn maar bij God, en dan gaat Hij Zelf jou antwoord geven’. Ik dacht: deze man vertrouwt ècht op zijn God! Hij gaf mij een bijbel mee en ik ging daar thuis heel veel in lezen. Sommige dingen begreep ik niet maar andere dingen vond ik weer prachtig.

In deze periode raakte ik steeds meer in mijzelf gekeerd. Ik werd stil, ik zat helemaal vast. Ik praatte alleen nog maar over God en voelde me onbegrepen door iedereen. Op een nacht kon ik niet slapen. Ik ging naar buiten en liep in het donker langs het kanaal. Ik zei tegen God: ‘U hebt toch ook in de tijd van Abraham iets van U laten horen? En in de tijd van Mozes, David, en Jezus. Spreekt U nu niet meer?’ Ik wist niet meer wat ik moest geloven. Ik vroeg: ‘Wilt U mij nog een keer laten weten dat U mij Zelf de weg hebt gewezen?’ Ik keek vol vertrouwen naar boven en ineens zag ik een hele lange vallende ster. Ik voelde: ‘Hij heeft mij gehoord.’

Die ochtend ging ik met de trein naar Amsterdam. Maar in Amersfoort voelde ik opnieuw die Aanwezigheid. Ik hoorde een stem binnenin mij heel duidelijk zeggen: ‘Stap hier uit.’ Ik wist: ik moet hier niet mee discussiëren. Ik stapte uit de trein, maar in het centrum van Amersfoort voelde ik me wanhopig en verlaten. Ik bad: ‘Ik kan U niet vinden terwijl ik bereid ben er alles voor te doen.’ Ik liep de hoek om en zag een kraampje. En… daarbij stond dezelfde man die ik ook in Deventer had ontmoet! Ik kon er nu niet meer omheen. Ik kreeg van de man een Turkse bijbel mee. Toen ik thuis kwam heb ik de koran weggedaan. Alleen de Nederlandse en Turkse bijbel hield ik. Ik zei: ‘dit geloof ik en dit wil ik nu beter leren kennen.’ De zoektocht eindigde, ik twijfelde niet meer.

In wat voor opzicht is je leven veranderd nadat je christen werd?

Het feit dat je met God relatie hebt, dat je met Hem mag praten. Dat je weet dat je geliefd bent door Hem. Dat proef je, dat ervaar je: Hij is een God die als een vader voor mij zorgt. Je leven krijgt veel meer betekenis. Wat mij vooral heel erg veranderde, was dat mijn haat en egoïsme veranderde in liefde. Het is zo onbeschrijfelijk, het wonder dat daar in mij gebeurde. Ik ervaar zoveel liefde voor mensen om me heen. Dat kende ik daarvoor nooit.

Het is zo onbeschrijfelijk, het wonder dat daar in mij gebeurde.

Hoe reageren de moslims in je omgeving op jouw christen zijn?

Het was niet gemakkelijk, ik kreeg veel commentaar. Maar ik kon er niet meer stil over blijven, ik vertelde over Jezus. Het was een schande voor de familie en we hadden vaak discussies. Toch begon mijn zusje op een gegeven moment ook te luisteren. Ik ging al snel de straat op om het evangelie te delen, ik was er vol van. Dat verlangen heb ik nog steeds.

Wie is Jezus voor jou?

Hij is mijn Verlosser. Ik ging van Hem houden meer dan mijn eigen familie, meer dan mijn eigen broer of vader. Niemand anders heeft zijn leven voor mij gegeven. Hij heeft alle afstand afgebroken, Hij is zo dichtbij.

Wat zou je Nederlanders willen meegeven in hun contact met Turkse of andere moslims?

Jullie hebben zo’n mooi geloof, hoe kan het zijn dat tot mijn twintigste nooit iemand mij iets heeft verteld over Jezus? Je kunt, in liefde en met wijsheid, mensen best aanspreken. Vraag eens: ‘Wie is Mohammed voor jou? En weet je wie Jezus voor mij is? Weet je waarom Jezus aan het kruis moest sterven?’ Als iemand mij dat had gevraagd, zou het mij echt aan het nadenken hebben gezet.

Dit artikel verscheen in ons kwartaalblad Orientatie (nummer 155, juni 2024)

Lees meer artikelen uit Oriëntatie online en/of meld u aan om het blad 4x per jaar gratis thuis te ontvangen.

Kom naar mij 1
Scroll naar boven