Spring naar content

Genieten van wat je eigenlijk niet mooi mocht vinden

Publicatiedatum: 7 april 2025

Hassan en Zainab groeiden op in een soennitisch gezin in Syrië. Samen met hun kinderen woonden ze jarenlang in Libanon voordat ze naar Nederland vluchtten. Ze kwamen tot geloof en dragen nu samen het evangelie uit in Brabant en Limburg.

Zainab: “Ik was heel serieus in mijn islamitische geloof. Ik ging in Libanon naar een islamitische school om de islamitische leer en de sjarie’a (de islamitische wetten) te bestuderen. Hassan zei tegen me: We moeten naar Europa vluchten. Ik heb gehoord dat de mensen van de kerk daar bij kunnen helpen, kom, laten we naar de kerk gaan. Maar ik vond dat we dat als moslims niet konden doen en weigerde. Hassan bleef echter aanhouden en uiteindelijk zei ik: oké ik ga mee. We stapten een kerk binnen en maakten een dienst mee. Dat was een indrukwekkende nieuwe ervaring. De preek en de liederen gingen over vergeving, liefde en nederigheid. Ik voelde een rust over mij komen die ik nooit eerder had ervaren. Tegelijk voelde ik me ook schuldig. Ik zei tegen mezelf: Nee hier mag ik niet naar luisteren, dit mag ik niet mooi vinden. De volgende zondag zei Hassan: kom, laten we het opnieuw proberen of ze ons kunnen helpen. Ik durfde eigenlijk niet, maar ging toch mee. De liederen raakten mijn hart opnieuw. Toen ik thuis kwam zei ik tegen mezelf: nu ben ik de weg kwijt, ik weet het niet meer, ben ik nu moslim of ben ik christen? Ik wist ook niet meer hoe ik nu moest bidden en bad in al mijn eenvoud: ‘Here, help mij!’”

Was dit een boodschap van God?

“Een paar maanden later werd mijn nicht van 23 jaar oud geëlektrocuteerd toen ze haar kleren waste. Ze overleed en liet drie dochters achter. De jongste was nog maar 50 dagen oud. Ik ging naar hen toe om te helpen. Ik had de baby op mijn arm en mijn eigen dochter van twee jaar oud lag naast mij te slapen. Het was laat, ik was geschokt door de gebeurtenissen en ik was moe. Ik dacht: ik mag nu niet in slaap vallen, want ik moet voor dit meisje zorgen. Ik was te geschokt en te moe om te bidden, maar ik kreeg een droom of visioen. Ik zag de voorganger van de kerk waar we af en toe kwamen met zijn bijbel in de hand staan en hij zwaaide naar mij. Toen ik weer helder was en me weer bewust werd waar ik was en van de baby in mijn armen, dacht ik: wat gebeurde er net met mij? Was dit een boodschap van God? Ik kwam tot de overtuiging dat het evangelie de waarheid was over God en dat ik Jezus moest volgen. Ik liet mij kort daarna dopen samen met mijn oudste dochter. Ik ben dankbaar dat Jezus mij gekozen heeft om mij te redden.”

Vanaf nu ben ik een afvallige

Bij Hassan duurde het veel langer voordat hij zich liet dopen: “Als kind mocht ik bij bijzondere gelegenheden in de moskee op een grote trommel slaan. Ik leerde van mijn vader de gebeden en vastte tijdens de ramadan, maar ik was niet erg streng in het islamitische geloof. In Libanon werkte ik als portier bij een flat. In die flat woonde een vrouw uit Nieuw-Zeeland die goed Arabisch sprak. Zij nodigde mij uit om mee te gaan naar de kerk. Ik was nieuwsgierig en ging mee. Ik hoorde de predikant een bijzonder verhaal vertellen over Jezus, namelijk dat Jezus de voeten van zijn discipelen waste. Hoewel ik het een bijzonder verhaal vond, dacht ik toch: het klopt niet dat ik als moslim naar de kerk ga, ik moet naar de moskee om te bidden. Ik had die dag met olie gewerkt en mijn kleren roken nog naar olie toen ik in de moskee kwam. De imam kwam naar mij toe en zei: ‘Je gebed wordt niet verhoord door God, want je kleren zijn vies en de geur is ook vervelend voor ons.’ Daarom stuurde hij mij weg.”

“Kort daarna stuurde Zainab me naar de winkel om een bijzondere zoetigheid te kopen. Bij de deur zat een meisje van zeven jaar te bedelen. Toevallig kwam dezelfde imam die mij in de moskee had weggestuurd ook langs die winkel. Hij liep naar het meisje toe en gaf haar een schop. Hij zei tegen haar: ‘Je komt overal om te bedelen, ook bij de moskee, stop ermee en ga weg!’ Het was notabene de maand Ramadan waarin veel moslims juist meer goede daden proberen te doen. Ik was geschokt. Ik zei: als dit het geloof is, ben ik vanaf nu een afvallige, ik ben geen moslim meer. Ik ging naar het meisje toe, gaf haar een knuffel en gaf haar geld.”

“De vrouw uit Nieuw-Zeeland nam ons vaker mee naar de kerk. Ik wist niet wat voor soort kerk het was en vroeg of ze bij de Jehova’s Getuigen hoorden, omdat ik daarvoor was gewaarschuwd. Het waren geen Jehova’s Getuigen en ik dacht: misschien kunnen ze ons helpen om naar Europa te vluchten. Kort erna kreeg ik echter een hartaanval. Ik werd naar het ziekenhuis gebracht en had veel pijn. Ik viel flauw maar ondertussen waren er mensen van de kerk voor mij aan het bidden. Toen ik bijkwam zei ik tegen de dokter: ik mankeer niets, ik ga naar huis. ‘Dat kan niet’, zei de dokter, ‘dat is levensgevaarlijk, we moeten je onderzoeken’. Maar na onderzoek zei hij: ‘Je mankeert inderdaad niets, je kunt naar huis. Ik dacht: dit is het wonder van God omdat de kerkmensen bidden tot Jezus, maar ik durfde me niet te laten dopen. Ik was ook nog niet echt tot geloof gekomen.”

De Here was naast mij

“Kort daarna kreeg ik de kans om te vluchten via de Syrische stad Afrin naar Turkije. Zainab met de kinderen bleef nog achter. We werden in het grensgebied beschoten. De anderen van de groep begonnen te rennen, maar ik was te zwak om te rennen. Terwijl ik liep voelde ik dat de Here met mij was. Ik rook dat er naast mij iemand door het gras liep. Het was elf uur in de avond en ik liep vijf uur onafgebroken door. Ik bad: Here, als U mij redt, laat ik mij dopen. De Here redde mij en uiteindelijk kwam ik in Nederland terecht.”

“In het AZC werd ik uitgenodigd naar een christelijke conferentie. Tijdens die conferentie zag ik Samer Younan. Ik herkende zijn gezicht van zijn YouTube-kanaal waar ik af en toe filmpjes bekeek over het christelijke geloof. Ik ging naar hem toe en zei: ik wil me laten dopen. Samer zei: ‘Ik ga jou helpen om een kerk te vinden om gedoopt te kunnen worden.’ Samer zocht mij op en nam mij mee naar een Arabische Bijbelstudiegroep in de buurt. Er waren in die omgeving weinig protestantse kerken, maar hij vond een Baptistengemeente in Venray, niet ver van waar ik een huis kreeg. De voorganger van die gemeente heeft mij gedoopt.”

Honger 

Na ruim anderhalf jaar kon ook Zainab met de kinderen naar Nederland komen. Ze werden warm opgevangen in de Baptistengemeente. Zainab: “Onze voorganger is een lieve man die ons enorm helpt en we zijn echt welkom in de gemeente. We gaan naar de diensten en nemen deel aan een Bijbelstudiegroep, maar toch voel ik me er niet helemaal op mijn gemak. Ik ga er hongerig naar toe en ik kom hongerig thuis. Dat komt waarschijnlijk vooral door de taal.” Hassan helpt in de kerk met het klaarzetten van de stoelen en het geluid en heeft het er naar zijn zin. De kinderen hebben er contact met leeftijdgenootjes en de jongens doen soms mee aan activiteiten van de naburige Bijbelschool Cornerstone. Maar allemaal zijn ze heel blij dat ze eenmaal in de maand naar de Arabisch-Nederlandse dienst van de Zuiderlicht Familie in Eindhoven kunnen gaan. De kinderen helpen Samer daar bij het zingen van de Arabische liederen en Zainab helpt bij het leiden van de diensten en het gesprek met de bezoekers. Hassan heet de gasten welkom en helpt in de keuken. Het hele gezin voert regelmatig sketches op tijdens deze diensten ter illustratie van verhalen uit de Bijbel. De kinderen herinneren ze zich nog goed: Salomo die recht moet spreken tussen twee vrouwen, Samuel die Gods stem hoort, de verloren zoon en de verloren penning. Daarnaast hebben ze iedere maand een Bijbelstudie bij hen thuis voor Arabischtaligen uit de omgeving.

Filippus

Zainab volgt de Filippus-opleiding van Evangelie & Moslims: “Ik houd van studeren en volg deze opleiding in de eerste plaats omdat ik zelf geestelijk wil groeien. Daarnaast wil ik beter in staat zijn om te evangeliseren. Ik heb met allerlei mensen contact, maar ik merk dat ik nog te weinig weet om op vragen van mensen goed antwoord te kunnen geven. De Filippus-opleiding helpt me daarbij. Een thema als de drieëenheid vond ik vroeger heel lastig, maar nu is het makkelijker om daar vragen over te kunnen beantwoorden. Laatst hebben we het tijdens Filippus gehad over het thema vergeving. De week erna was er een conflict op mijn werk en toen kon ik uit wat ik geleerd had een getuigenis geven.”

Een zegen voor alle volken

Veel moslims die zich laten dopen worden verstoten door hun familie. Hassan: “Mijn familie heeft mijn erfenis afgepakt toen ik tot geloof kwam, we krijgen niets meer. Ze bedreigen ons niet, maar laten met hun woorden merken dat ze ons als afvalligen verachten.” Zainab: “Grond, geld en goud zijn niet meer belangrijk voor ons. God zorgt voor ons. Mijn broer heeft het vaak over respect voor het eigen volk, maar ik zeg dan: Jezus brengt een zegen voor alle volken.”

Hassan: “Toen ik vluchtte, had ik het plan om naar Engeland te gaan, maar de Here leidde het anders en zo kwam ik in Nederland.” Zainab: “We dachten: Europa biedt een goede toekomst voor de kinderen, daar zal alles veel makkelijker zijn dan in Libanon. Maar toen ik hier kwam, werd ik met veel problemen geconfronteerd. Een vreemd land met een vreemde taal, waar mensen heel anders leven dan ik gewend was en waar veel mensen zonder God leven. Ik ben dankbaar voor wat we hier gekregen hebben, maar het was niet makkelijk. Ik bid vaak: ‘Here, houd mij standvastig in het geloof’ en de Here doet dat. Ik dacht: hier zal ik eenzaam worden. Maar het omgekeerde gebeurde: ik ben hier juist meer samen met andere mensen aan het werk dan in Libanon. We hebben heel veel geestelijke vorming meegekregen uit de kerk in Libanon en hebben nog steeds contact met hen. Maar zoals ik nu actief kan zijn in de Zuiderlicht Familie en Bijbelstudies kan organiseren bij ons huis, dat had ik daar niet gekund.”

Tussen hoop en vrees

Intussen wordt er in Europa volop gepraat over het terugsturen van Syrische vluchtelingen. Dat geeft onrust bij de familie. Hassan spreekt eerlijk uit wat hen bezig houdt: ‘We zijn bang dat we worden teruggestuurd en we weten niet wat ons dan te wachten staat. Hier op het dorp zijn we de enige asielzoekers. Iedereen is hier heel vriendelijk en meelevend. We hopen dat we hier mogen blijven.’

Dit artikel verscheen in ons kwartaalblad Orientatie (nummer 158, maart 2025)

Lees meer artikelen uit Oriëntatie online en/of meld u aan om het blad 4x per jaar gratis thuis te ontvangen.

PODCAST (3000 x 750 px)
Scroll naar boven