Enthousiast over Wereldnieuws
Afgelopen maanden deden kinderclubs in Leersum en Leerdam mee met de pilot van de nieuwe methode ‘Wereldnieuws’. Marian Marchal (Leersum) en Betty Versluis ( Leerdam) zijn enthousiast over dit nieuwe kinderwerkmateriaal.
Iedere drie weken zijn kinderen uit het asielzoekerscentrum (azc) welkom bij de kinderclub in Leersum. Marian Marchal is al meerdere jaren actief als vrijwilliger bij de club. Samen met anderen zorgt ze voor een afwisselend clubprogramma met Bijbelverhaal, spel, knutselen en muziek, “We vinden het belangrijk om echt persoonlijke aandacht aan de kinderen te geven”.
De kinderclub wordt op zaterdagmiddag gehouden. Het aantal kinderen dat komt verschilt per keer. Meestal zijn er rond de vijftien kinderen. De voorbereidingen kostten tot nu toe veel tijd: “Een van de vrijwilligers maakte een verhaalrooster. We maakten zelf het verhaal en zochten naar illustraties. Een andere vrijwilliger zocht er knutselsuggesties bij, maar het was veel improvisatie.”
Afgelopen maanden deed de club in Leersum mee met de pilot van de nieuwe methode ‘Wereldnieuws’. Marian is enthousiast over het kinderwerkmateriaal. “De thema’s sluiten mooi op elkaar aan. Ook scheelt het veel tijd in de voorbereiding. Maar ik ben het meest enthousiast over de creatieve manieren om het verhaal te laten zien. Dit is denk ik vooral handig voor vluchtelingenkinderen omdat zij de taal niet goed begrijpen of hun aandacht er niet goed bij kunnen houden. Op deze manier krijgen ze het verhaal op heel veel verschillende manieren mee, niet alleen door het te horen, maar ook door het te zien, te voelen en soms kunnen ze zelfs meedoen. Pas hadden wij het over Johannes de Doper. In het werkpakket stond het idee om heel groot Jezus op een vel papier te tekenen en daarin de kinderen verkeerde dingen te laten schrijven om ze vervolgens weg te verven met rode verf. Alle kinderen vonden het leuk om hieraan mee te doen, terwijl je ze tegelijkertijd aan het denken zet over verkeerde dingen en hoe die moeten worden weggehaald: door het bloed van Jezus.”
Betty Versluis is vanuit de CGK in Leerdam al sinds 1998 betrokken bij een kinderclub waar veel kinderen van migranten en asielzoekers komen. “Het oude werkpakket van Evangelie & Moslims dat in 2000 verscheen, hebben we veel gebruikt. De achtergrondinfo was heel waardevol en ook de knutselwerkjes hebben we regelmatig gebruikt. De laatste maanden hebben we met een pilotversie van de nieuwe methode Wereldnieuws gewerkt. In de nieuwe map staat bij het verhaal van Abraham als verwerking een speurtocht. Dat was heel geslaagd. Een eerder jaar hadden we een wedstrijd ‘tent opzetten’ met twee iglotentjes gedaan. Wij gaan ook wel eens vogels spotten of maken een vrij knutselwerkje. Dan heeft het geen verband met het verhaal. De jongens willen graag een balletje trappen met de meester. We kiezen hiervoor omdat de kinderen dat erg leuk vinden en ook in spel en gedrag kun je laten zien dat je Jezus wilt volgen. Ik denk dat we de nieuwe methode Wereldnieuws weer als bronnenboek of ideeënmap zullen gebruiken en het dan aanpassen aan onze eigen kinderclub. Er is altijd wel iets wat je goed kunt gebruiken.”
Wat maakt kinderwerk met migrantenkinderen en asielzoekers anders dan ander kinderwerk? Betty: “Je hebt te maken met ouders en kinderen uit een andere cultuur. Die moet je leren kennen. Voor de omgang is dat belangrijk, maar ook voor hoe je de club organiseert en de Bijbelverhalen vertelt. De mannelijke leiding houdt zich bijvoorbeeld tijdens de spelletjes vooral bezig met de jongens, de vrouwen met meisjes.”
Sommige kinderen zullen een moslimachtergrond hebben. Is dat een beperking voor je mogelijkheden om de Bijbel door te geven? “Nee, juist niet. Ze geloven ook in de schepping. Ze hebben al eens gehoord over Abraham (Ibrahim) en Mozes (Moesa). Daar kun je mooi bij aansluiten. Bovendien staan zij veel dichter bij de oosterse cultuur waarin de Bijbelverhalen zich afspelen dan wij. Dan denk ik bijvoorbeeld aan de saamhorigheid van de familie en de gemeenschap. Bepaalde begrippen vragen wel extra aandacht omdat ze anders verkeerd worden begrepen, zoals bijvoorbeeld ‘Zoon van God’ of het woord ‘zonde’. Dan moet je er goed opletten hoe je de boodschap van de Bijbel overbrengt. We hebben verschillende keren trainingen van Evangelie & Moslims gevolgd. Daar heb ik veel van geleerd.”
Hoe ga je om met het gegeven dat sommige kinderen van asielzoekers nog heel weinig Nederlands verstaan? “Dat is echt een uitdaging. In ieder geval veel platen laten zien ter ondersteuning van wat je zegt. Eenvoudige taal gebruiken is belangrijk. Dat is iets wat je je eigen moet maken. Verder zijn gebaren en mimiek heel zinvol. Dat begrijpen ze zonder taal en doet veel met de kinderen: een schouderklopje, een opgestoken duim. Als je vriendelijk praat al verstaan ze niet alles, maar voelen ze wel dat je om hen geeft. We doen op de club regelmatig spelletjes voor de groepsvorming waarbij je geen taal nodig hebt. Samen heb je dan toch veel plezier.”
Je doet het werk al sinds 1998, wat motiveerde je om het vol te houden? Betty: “Volhouden….dat weet ik zelf eigenlijk ook niet. Volhouden klinkt alsof het een moeten is…. Ik beleef er juist heel veel plezier aan. Ik vertel graag Bijbelverhalen, vind kinderen boeiend. Het is fijn dat we altijd zo’n betrokken eensgezind team hebben gehad. Ik zie het vooral als een enorm voorrecht om dit werk te mogen doen. Ik dank God daar regelmatig voor. De Here verrast me vaak met ideeën voor de vertelling. Dus het is absoluut geen prestatie ofzo.”