Bidden op school
„We zijn een openbare school en geen gebedshuis.” Dat antwoord klonk begin dit jaar nadat twintig islamitische leerlingen van het Leidsche Rijn College in Utrecht het schoolbestuur hadden gevraagd om een speciale gebedsruimte.
Dat deze vraag speelt op het voortgezet openbaar onderwijs is niet verbazend. Het aantal jongeren tussen de 12 en 18 jaar dat zegt moslim te zijn, is al jaren gegroeid en inmiddels ongeveer even groot als het aantal protestantse jongeren. Er zijn echter maar twee islamitische scholen voor voortgezet onderwijs in Nederland. Een derde gaat mogelijk dit jaar nog open in Utrecht en er lopen meer aanvragen. Het aantal zou kunnen vertienvoudigen, maar daar zullen nog heel wat jaren overheen gaan als het zo moeizaam blijft gaan als de afgelopen jaren. Tot die tijd lopen er grote aantallen moslimjongeren op openbare scholen en protestants christelijke scholen voor voortgezet onderwijs rond. Het past bij deze tijd dat moslimjongeren steeds meer ruimte vragen voor islamitische rituelen.
Recht om te bidden
Artikel 6 van de grondwet bepaalt dat iedereen het recht heeft zijn of haar godsdienst vrij te belijden. Dit betekent dat je een bepaalde godsdienst mag aanhangen en je de vrijheid hebt om je naar die godsdienst te gedragen. Een soortgelijke bepaling staat in het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. De Commissie Gelijke Behandeling oordeelde jaren geleden al dat geloven een manier van leven is waar uitingsvormen bij horen. Deze geven rechtstreeks uitdrukking aan een godsdienstige overtuiging en daarom is bescherming van religieuze uitingsvormen op z’n plaats. Bidden is zo’n religieuze uitingsvorm. Je hebt dus het recht om te bidden in het openbaar, op je werk en op school. Als een school dat liever niet wil, kan dat dus niet zomaar ingeperkt worden.
Gebed of eredienst?
DENK noemde het in de Utrechtse gemeenteraad schandalig dat leerlingen stiekem op de wc of onder de trap moeten bidden. Als christen kun je daar wel in meevoelen. Nourdeen Wildeman merkte op Radio 1 en in de krant op dat veel openbare scholen levensbeschouwelijk helemaal niet zo neutraal zijn als ze zeggen en bijvoorbeeld Paarse Vrijdag, waar veel moslims moeite mee hebben, actief promoten. Een inclusieve school moet ook moslims de ruimte bieden zichzelf te zijn, zo was deze moslim van mening. Feit is wel dat het islamitische gebed moeilijk vergeleken kan worden met de manier waarop christenen op school, op het werk of in een restaurant bidden voor hun eten. Meestal onopvallend aan tafel zittend, in stilte en niet langer dan een minuut. Het islamitische gebed, de salaat (namaz in het Turks of Perzisch), duurt echter 10-15 minuten lang, op een matje, bij voorkeur met andere moslims op een rij, in een specifieke richting en met allerlei bewegingen. Dat kun je in juridische zin beter vergelijken met wat we in onze wetgeving een eredienst noemen. Er is geen recht op het organiseren van een eredienst op school, werk of iedere willekeurige plek. Erediensten houd je in een daarvoor bestemde plaats.
Verontschuldigd
Moslims doen vaak voorkomen dat christenen vrij zijn om te bidden wanneer ze dat willen, maar dat een moslim elke dag op verplichte tijden moet bidden. Als er sprake is van godsdienstvrijheid zouden zij daarom de gelegenheid moeten krijgen om dat ook op hun werk of op school te doen. In landen met een moslimmeerderheid hebben moslims echter ook niet altijd dat soort rechten en voorzieningen. Het is ook niet zo dat je volgens de islamitische wet moet bidden op het voorgeschreven moment. Als je niet in de gelegenheid bent, mag je het inhalen met extra buigingen (raka’s) tijdens een ander gebed later die dag of compenseren door een andere religieuze daad. Tal van moslims bidden op oudere leeftijd extra omdat ze het in hun jeugd weinig hebben gedaan. Wie in het Midden Oosten overdag de gebedsoproep hoort, ziet dat het leven meestal gewoon doorgaat en slechts enkelen op dat specifieke moment het islamitische gebedsritueel verrichten. Sommige islamitische sjarie’a deskundigen stellen als regel dat je als moslim in een westerse samenleving tweemaal aan je leidinggevende moet vragen om de salaat te kunnen verrichten. Wanneer die dat tweemaal weigert, ben je verontschuldigd. Met je herhaalde verzoek heb je je gehoorzaamheid voldoende laten zien.
Soms lijkt er ook sprake te zijn van andere motieven. Tijdens een gezamenlijke conferentie van moslims en christenen in een kerkgebouw in Rotterdam wilden de moslims toen het gebedstijd was in de kerkzaal hun religieuze gebed uitspreken. Toen de kerk dat weigerde en hen verwees naar het moskeegebouw verderop in de straat, bleek het plotseling niet meer zo nodig en sloegen ze het gebed over. Met het rituele gebed in de kerk wilden ze een statement maken, de islam zichtbaar maken en present stellen. Van dat soort zichtbare symbolische handelingen gaat voor mensen uit de oosterse eer-cultuur meer zeggingskracht uit dan nuchtere Hollanders denken. Het is daarom raadzaam om christenen die afkomstig zijn uit de wereld van de islam te betrekken bij de doordenking van de grenzen die je stelt.
Groepsdruk
Er is in verband daarmee nog wel een reden om terughoudend te zijn met het bieden van ruimte aan moslims om op school en op het werk het islamitische gebed te verrichten. Er zijn steeds meer moslims die de islam verlaten hebben. Zij krijgen ook in Nederland te maken met groepsdruk om zich weer te conformeren met de islam. We kennen gevallen van jonge moslims die christen werden en die 7×24 uur in de gaten worden gehouden en onder druk worden gezet om zich te conformeren aan de islam. Ook op school. Daarom is het goed om te voorkomen dat er op school islamitische rituelen plaatsvinden waar moslims elkaar verplichten aan deel te nemen. Als buitenstaander is het heel lastig om dat in beeld te krijgen, laat staan te voorkomen, als er een georganiseerd gebed plaatsvindt.
Ook reformatorische en evangelische scholen zouden in de toekomst te maken kunnen krijgen met moslimjongeren die op school het islamitische gebed willen verrichten. Soms gaan er jongeren uit kerkelijke gezinnen tot verdriet van hun ouders over naar de islam. Het is niet ondenkbaar dat ze dan ruimte vragen voor het islamitische rituele gebed op school. De kans hierop is echter klein, zeker in het voortgezet onderwijs. Meestal vindt de overgang naar de islam plaats bij jongvolwassenen die ouder dan 17 zijn.
Feit is dat de islam ook voor christenen in de Biblebelt steeds dichterbij komt. In de zorg, op het werk en misschien ook in het onderwijs. Ons ervoor afsluiten gaat niet meer, we zullen elkaar moeten helpen om met wijsheid en respect met anderen samen te leven. Soms pleit je samen met moslims voor meer ruimte voor eigen geloof en het kunnen afwijken van de seculiere hoofdstroom, soms bewaak je met liberalen vrijheden die sommige moslims betwisten. Altijd probeer je naar beiden een getuige van Christus te zijn.
Cees Rentier