Spring naar content

Amir uit Iran

Amir is een rustige jongeman, gegrepen door het evangelie met een sterk verlangen daar uit te leven. Hij komt frank en vrij uit voor zijn geloof in Jezus Christus. Ook onder moslims die hij af en toe ontmoet. Het liefst maakt hij onmiddellijk duidelijk dat hij christen is om te voorkomen dat daar misverstanden over ontstaan. Hij zoekt het contact met moslims niet, maar gaat het ook niet uit de weg.

Hij is Iraniër, heeft hier in Nederland gewerkt in bedrijven met Nederlanders, alsook met Turken en Marokkanen. Als het gaat om Iraniërs, Turken en Marokkanen zegt hij:
‘Anders dan Nederlanders komen zij allen uit een groepscultuur. Ze hebben onderling veel overeenkomsten, maar toch zijn er ook een aantal verschillen. Meest opvallend vind ik dat Marokkanen eisend zijn, Turken compromiszoekend en Iraniërs graag afhankelijk van elkaar. Iraniërs, die ik natuurlijk het beste ken, leunen graag op anderen en zoeken nogal eens de slachtofferrol. Ook merk ik dat wij elkaar niet echt vertrouwen. Als ik in een bus een andere Iraniër zie, zal ik niet gemakkelijk naar hem toegaan. Liever ontwijk ik hem. En hij mij. Ik merk dat ook bij bijeenkomsten. Als het gaat om oppervlakkige dingen spreken we wel met elkaar. Maar als het dieper gaat, moeten we eerst over een drempel heenkomen. Vaak kan een Nederlander makkelijker tot het hart van een Iraniër komen, dan een Iraniër.
Marokkanen zijn naar mijn mening weer heel anders. Bij hen moet je als het ware een boor gebruiken om ‘binnen’ te komen. Een open en hartelijk gesprek wordt niet gemakkelijk gevoerd.
Turken zijn goede bruggenbouwers. Ze willen iedereen tevreden houden. Misschien heeft hun geschiedenis en de ligging van hun land tussen twee culturele werelden in, hen wel gevormd in die richting.’

Amir is al geruime tijd christen en leeft mee in een Nederlandse gemeente. Hij voelt zich er helemaal thuis.
‘Ik voel mij zeer bevoorrecht een gemeente te hebben waar ik niet alleen mooie preken hoor en prachtige bijbelstudies meekrijg. Waar ik in het bijzonder veel aan heb, is de discipelschapstraining die gegeven wordt. Daarbij wordt ingegaan op allerlei praktische vragen: hoe ga je om met elkaar, met geld, met tijd, hoe voed je je kinderen op, hoe kun je rein leven, enzovoort. Ik heb grote conferenties voor Iraanse christenen meegemaakt waar mensen zeiden ‘gered te zijn’, maar waar ik in houding en levensstijl weinig zag van het nieuwe leven waar ze over spraken. Juist daar gaat het toch om als je Jezus kent?’

In de afgelopen jaren is Amir een paar keer naar Iran geweest. De eerste keer met het doel zijn land na tien jaar weer eens te zien. Dat was ‘een explosie’ zoals hij zegt.
‘Ik zag dingen die ik vroeger niet zag. Het schokte mij dat zoveel mensen in ellende verkeren en worstelen om het hoofd boven water te houden. Velen weten niet hoe ze problemen moeten oplossen, in het bijzonder door gebrek aan kennis. Ik zag hoe relaties stroef lopen en stranden, dat kinderen verkeerd worden opgevoed en dat velen het niet doorhebben hoe ze er mee bezig zijn. Ik zou me er graag voor inzetten om daar verandering in te brengen. Mensen te helpen de weg tot verbetering te vinden. En ook te wijzen op Jezus die de Weg, de Waarheid en het Leven is.’

Ben je daar voor je geloof als christen uitgekomen?
‘Ja. Ik heb steeds direct gezegd dat ik christen ben geworden. Dan weten ze wat ze aan me hebben. Bijna iedereen reageerde positief en waardeerde mijn openheid en eerlijkheid. Ik ervoer dat God mij hielp om rustig en oprecht te zijn. In Iran wordt je altijd uitgenodigd om te blijven eten als je bij iemand op bezoek gaat. Zij zijn gewend om God te danken na het eten met een spreuk: al hamdoe lillaah. Maar ik bad vóór het eten en zij vroegen mij steeds: ‘Waarom doe je dat?’ ‘Nou omdat ik christen ben. Dat zijn christenen gewend.’ En dan ontstond er een gesprek over bidden en danken. Ik merkte dat velen grote interesse hebben in het christelijk geloof. Ik had dertig bijbels bij mij die ik kon afgeven aan geïnteresseerden. Iran is als een dorstig land als het hier om gaat. Ik merkte dit niet alleen in het contact met mijn familie, maar ook op mijn reizen in het contact met taxichauffeurs en personeel in restaurants. Mensen zijn het zat als het gaat om religie, maar staan open voor echte liefde en een relatie met God. Mensen kennen de Heilige Geest niet. Er zijn er die graag discussiëren, maar dat is slechts een uitwisseling van hoofd naar hoofd. Ik wil een uitwisseling van hart tot hart.’

Wat zijn je toekomstplannen?
Mijn gedachten gaan nogal eens uit naar Iran. Graag zou ik daar iets betekenen voor mijn volk, maar ik heb nog geen concrete plannen. Ondertussen kan ik ook veel betekenen hier in Nederland. Gewoon door trouw te zijn, Jezus te volgen, me in te zetten in mijn gemeente en in de samenleving. Het gaat er om dat we de wil van God willen door, waar Hij ons ook plaatst.

 

Scroll naar boven